Veilig werken aan glasvezel

‘De kracht zit in de voorbereiding,’ weet Jules van Dam, projectmanager FTTH bij SPIE. Als hoofdaannemer is SPIE verantwoordelijk voor de aanleg van het ondergrondse glasvezelnetwerk in Nederland en in Duitsland. Bij het werken in de grond is het risico op blootstelling aan toxische stoffen reëel. Tenzij je dit vroeg in het proces ondervangt. Hoe integreert SPIE veilig werken in de grond in het complexe proces van ontwerp tot aansluiting?

In 2016 lag er in Nederland ruim 235.000 km glasvezel onder de grond. Dit staat gelijk aan 5,8 keer de omtrek van de aarde. Momenteel werkt SPIE aan de aanleg van een glasvezelnetwerk in gemeente Bernheze: zo’n 13.500 huishoudens in de kernen en in de buitengebieden worden aangesloten op het netwerk. Later realiseerde SPIE een soortgelijk project in de gemeente Landerd. Het project in Bernheze is uniek in de Fiber to the Home-branche (FTTH), omdat alle woningen in een gemeente inclusief de buitengebieden worden aangesloten.

Bijtijds inzicht in vervuilde grond

Elk traject kent een diversiteit aan betrokkenen, van providers, gemeenten en provincies tot bewoners. Dat vraagt om heldere communicatie en een proces dat tot in detail uitgedacht is. 'Milieu en veilig werken zijn onderdeel van dit treintje. Ook die aspecten richten we zo in dat we geen opstoppingen in het proces krijgen. Daarom willen we vroegtijdig weten waar risicovolle stoffen mogelijk in de bodem zitten. Nog voor het definitieve ontwerp op tafel ligt,' legt Van Dam uit.

Glasvezel rendabel houden

De aanleg van glasvezel vraagt om een flinke investering van de netwerkeigenaar. Zaak is dan ook dat verrassingen of opstoppingen tijdens de aanleg tot een minimum beperkt worden. 'Zodra we fysiek onderzoek doen en moeten laten saneren, zijn dat kosten voor de opdrachtgever. Afhankelijk van de zwaarte van de vervuiling zijn bijkomende maatregelen nodig. Hoe eerder we weten welke grond risicovol is, hoe beter voor alle betrokkenen. We kunnen dan kijken of we een andere route voor de kabel kunnen vinden zonder verontreiniging,' aldus Van Dam.

Uitgekiende werkwijze

Samen met SGS Search, specialist in bodemonderzoek, bedacht SPIE hiervoor een uitgekiend processchema. Passend binnen de vaste werkwijze en timing. Dat begint bij de pre-engineering, als het traject helder is en de adressen bekend. 'Per adres krijgen we op basis van deskresearch een oordeel: verdacht of niet-verdacht. Mogelijk vervuilde locaties krijgen een aanvullend historisch onderzoek. Als de verdachtmaking bevestigd wordt, proberen we om het gebied heen te werken. Gaat dat niet, dan vragen we SGS Search bodemmonsters te nemen en te onderzoeken.'
‘Daarop volgen dan eventueel aanvullende maatregelen bij het graven. Die zijn afhankelijk van de risicoklasse en de milieu- en arbowetgeving’, vervolgt Jules van Dam. ‘Alles verloopt in nauw overleg met de netwerkeigenaar die als opdrachtgever verantwoordelijk is voor het voldoen aan deze regels. Wij hebben als Spie voldoende kennis en ervaring in huis om te kunnen werken in en met licht en zwaar vervuilde grond. Dit zorgt voor lagere kosten en minder stagnaties in de hele keten.’

Herkennen in onverdachte gebieden

Het bepalen van verdachte gebieden is nu vast onderdeel van het proces, de volgende stap is de mogelijke verontreinigingen in onverdachte gebieden. Deskresearch en historisch onderzoek ondervangen een groot deel van de bijzonderheden, maar nooit alles. ‘Onze uitvoerders zijn opgeleid voor het herkennen van verontreinigingen, maar dit willen we breder inzetten bij onder andere onze onderaannemers,’ vertelt Van Dam. En daarmee ligt er een heldere blik op een stapsgewijze aanpak naar veilig werken.

Benieuwd naar de werkwijze van SGS Search en SPIE? Vraag een voorbeeldplan op bij een van onze experts via 088 - 214 66 00 of per mail.