Na vliegtuigen, treinen, trams: vervoerssector in de spotlights
Een nieuw chroom-6-dossier: het middel is gevonden in verf van trams in verschillende grote steden in Nederland. Onverwacht? Nee. Het gaat immers om oudere staalconstructies die door weer en wind rijden, en dus een goede beschermingslaag nodig hebben. Maar wat betekent de constatering van het giftige roestwerende middel voor onderhoudspartijen, vervoersbedrijven en eigenaars van trams?
De afgelopen tijd zijn in diverse Nederlandse steden werkzaamheden aan trams stilgelegd wegens vermoedens van chroom-6. Thomas Hazenberg, manager chroom-6 bij SGS Search: ‘Het gaat om oudere trams die worden opgeknapt. Utrecht, Den Haag en Amsterdam staan in de belangstelling, maar hoogstwaarschijnlijk hebben meer Nederlandse steden waar trams rijden ermee te maken.’
Bekende dossiers
Chroom-6 in de vervoerssector is niet nieuw. Het middel kwam in 2018 in het nieuws, doordat medewerkers van Defensie zonder de juiste bescherming waren blootgesteld aan de giftige stof tijdens hun werk aan onder andere vliegtuigen op onderhoudsplaatsen. Een ander bekend dossier is dat van Tilburg: re-integratiemedewerkers knapten oude treinen op in een werkplaats van NS NedTrain. Nu blijkt dus dat mensen die in werkplaatsen trams schuren, lassen en slijpen wellicht ook zijn blootgesteld aan chroom-6.
De tram zelf is niet gevaarlijk
‘Zeer terecht dat vervoersbedrijven de werkzaamheden aan de trams per direct stil leggen’, stelt Thomas Hazenberg. ‘In zo’n situatie is het noodzaak om er een expert bij te halen. Reden voor paniek is er nu ook weer niet. De publieke belangstelling heeft een nadeel: mensen zijn bijna bang om in een tram te gaan zitten. Dat is nergens voor nodig; de zorg gaat uit naar de onderhoudsmedewerkers die de verflagen daadwerkelijk bewerken.’
Waar ligt de uitdaging?
Voor vervoersbedrijven en eigenaren van trams, treinen en bussen ligt er de komende periode een belangrijke uitdaging: het in kaart brengen waar chroom-6 zit en hier vervolgens de passende veiligheidsmaatregelen voor uitzetten. Zo ging het Amsterdamse vervoersbedrijf GVB er eerst vanuit dat alleen in de verf aan de voorkant van de trams chroom-6 en lood aanwezig waren. Na het nemen van monsters bleek echter dat deze gevaarlijke stoffen ook verwerkt zijn in de verf aan de zijkanten van enkele trams. Dit betekent dat iedere tram getest moet worden. Mocht er chroom-6 aanwezig zijn, dan zijn extra beschermingsmaatregelen nodig als er onderhoud aan de trams wordt gepleegd.
Trams uit jaren tachtig
Thomas Hazenberg: ‘Dit is inderdaad de juiste werkwijze. Het is vervelend dat vervoersbedrijven door het stilleggen van het werk vertraging oplopen. Maar mensen onnodig blootstellen aan chroom-6 is nog veel vervelender. Het gaat hier om oudere trams, die vaak aan het begin van de jaren tachtig zijn gebouwd. In die tijd is chroom-6 veel gebruikt als roestwerend middel, juist bij trams en treinen. Simpel: iedereen die aan deze trams werkt, moet in bescherming worden genomen.’
Laatste nog niet gehoord
Kortom: de chroom-6-dossiers in de vervoerssector zijn nog lang niet gesloten. ‘Tanks, vliegtuigen, treinen, trams: what’s next? We treffen chroom-6 op steeds meer verschillende plekken aan. Dit zorgt voor de nodige onrust. Gelukkig blijkt het risico in heel veel gevallen met de juiste expertise goed beheersbaar’, stelt de manager chroom-6.
Dit artikel is afkomstig uit het magazine Chroom-6 in de praktijk.
