Wegen van asbest

In Goor en Harderwijk produceerden twee grote asbestfabrieken jarenlang asbesthoudend bouwmateriaal. Onverkoopbare delen en afval uit de productie werden gratis ter beschikking gesteld aan omwonenden. Vele particulieren en bedrijven maakten hiervan dankbaar gebruik om erven, paden en wegen begaanbaar te maken. Met ernstige gevolgen.

Na een Europese aanbesteding werd door verschillende bureaus rondom Goor en Harderwijk het grootste onderzoek in de Nederlandse geschiedenis naar asbest in de bodem uitgevoerd. SGS Search nam zo’n 450 locaties voor haar rekening. Steven Traast, manager van de afdeling Milieu bij SGS Search, was destijds projectmanager: ‘De afvalresten die gebruikt werden in de wegen, bevatten hoge concentraties asbest. Dat noodzaakte tot ingrijpende maatregelen. Asbestwegen was in z’n soort en omvang een uniek probleem en een uniek project. Omdat gangbare onderzoeksmethoden hier niet toereikend bleken, heeft SGS Search in samenspraak met het Projectbureau Asbestwegen eveneens meegedacht over de uitvoerbaarheid van beleid.’

Het opsporen van asbest in de bodem vereist een heel andere aanpak dan bijvoorbeeld bij olievervuiling gebruikelijk is. Bij verontreiniging met olie volstaat het om met een grondboor een kolom aarde uit de bodem te halen voor analyse. Omdat olie zich in de bodem relatief gemakkelijk en gelijkmatig over een groter oppervlak verspreidt, is de kans dat je met boringen op een paar goed gekozen punten de vervuiling opspoort groot. Bij asbestvezels of stukjes asbesthoudend materiaal die veelal verspreid in de grond worden aangetroffen, is dit niet geval. Dan is het noodzakelijk lange sleuven te graven en grotere hoeveelheden bodemmateriaal te analyseren. Zo zijn vrachtwagens vol met duizenden kilo’s aarde onderzocht. SGS Search deed in dit project ruim een jaar heel intensief onderzoek. Door de laboratoriumcapaciteit tijdelijk uit te breiden kon het werk binnen de afgesproken termijnen worden afgerond.

Bijzonder was ook de reactie van bewoners. Steven Traast: ‘Een flink aantal mensen in het gebied waren als voormalig werknemers van die fabrieken al vertrouwd geraakt met asbest in hun dagelijkse omgeving. De risico’s werden door de nuchtere Twentenaren soms als overdreven beschouwd. Maar gelukkig was er ook veel waardering voor de zorgvuldigheid waarmee de locaties werden onderzocht en gesaneerd.’