Nawoord – Asbest in het hier en nu – Jan Warning

Alweer 25 jaar een verbod op asbest. Hierdoor lijkt het voor velen een probleem uit het verleden. Als geen ander ondervindt IAS (Instituut Asbestslachtoffers) het tegenovergestelde. ‘Voor ons is asbest het hier en nu. We komen op voor de rechten van asbestslachtoffers die nu ziek worden. Voor hen kwam het asbestverbod te laat. Maar natuurlijk is het goed dat het totaalverbod er is. Het maakt het mogelijk dat er over 25 jaar ook echt geen slachtoffers meer zijn’, vertelt de van huis uit arbeidssocioloog Jan Warning, sinds tweeënhalf jaar directeur van IAS.

‘IAS staat voor de rechten van asbestslachtoffers met mesothelioom of asbestose. We adviseren de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming van de overheid, en bemiddelen tussen (ex-) werkgevers en (ex-)werknemers over een schadevergoeding.

Jan WarningVoor ons heeft het 25-jarige verbod op asbest twee kanten. Aan de ene kant is het wrang. Het verbod had er eerder kunnen zijn, om slachtoffers te voorkomen. Maar we willen als instituut ook vooruitkijken. Duidelijk is dat op lange termijn het aantal slachtoffers door het totaalverbod gaat afnemen. In plaats van honderden slachtoffers, zullen het er op den duur tientallen zijn. Toch blijft asbest voor ons actueler dan actueel. Dat heeft alles te maken met de lange latentietijd bij mesothelioom en de heftigheid van de ziektes. Mensen die jaren geleden met asbest in aanraking zijn gekomen, kampen nu met de gevolgen. Aan de ziekte zelf kunnen we niks doen. Wel kunnen we er met ons team voor zorgen dat schadevergoedingen snel afgehandeld worden. Dat alle partijen nu hun verantwoordelijkheid nemen. Dat lukt aardig, maar kan altijd nog beter. 75% van de slachtoffers ontvangt de tegemoetkoming van de overheid gelukkig vóór het overlijden. In 50 tot 60% van de gevallen waar er bemiddeld kan worden met een werkgever of verzekeraar, wordt er ook een volledige schadevergoeding uitgekeerd. Toch zijn er nog steeds slachtoffers waarbij de werkgever of verzekeraar een beroep doet op verjaring, of gevallen waarbij er niet van harte wordt meegewerkt met de bemiddeling van het IAS. Dat is cru. Hier moeten oplossingen voor komen.

Politiek gezien is hier nog niet het laatste woord over gezegd. Er zijn veel belangen in het spel, onder andere vanuit verzekeraars, vakbonden en overheid. Mijn pleidooi is dat bedrijven en verzekeraars hun oplossende vermogen aanspreken. Dat we er alles aan doen om de juridische lijdensweg van slachtoffers te verkorten. Daar blijven we ons als instituut voor inzetten.

Al met al zit er een wereld van verschil tussen asbest toen en nu. In de afgelopen 25 jaar is er veel verbeterd. Vanuit mijn perspectief gezien ligt de branche op koers. De toenemende kennis en focus wat betreft wet- en regelgeving, handhaving en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn van groot belang. Als er volgens de regels wordt gewerkt, worden mensen die nu nog in aanraking komen met asbest niet meer ziek. Het verbod en de huidige maatregelen zijn de enige manier om te zorgen dat er over 25 jaar geen asbestslachtoffers meer zijn. Om ervoor te zorgen dat wij als instituut overbodig zijn geworden.’